De procureur des Konings kan beslissen tot:
Minnelijke schikking
De procureur des Konings kan beslissen om een minnelijke schikking op te leggen. In dat geval wordt aan de verdachte voorgesteld een bepaald bedrag te betalen binnen een bepaalde termijn. Dit kan alleen als de verdachte zijn verantwoordelijkheid erkent en de veroorzaakte schade heeft vergoed. Als de verdachte het bedrag van de schikking betaalt, vervalt de strafvordering definitief en moet hij niet voor de strafrechter verschijnen. Als de verdachte niet (tijdig) betaalt, wordt hij alsnog voor de rechtbank gedaagd.
Bemiddeling en maatregelen
‘Bemiddeling en maatregelen’ is een procedure om een geschil te regelen op het niveau van het parket, dus zonder een rechter. Het kan gaan om een geschil tussen twee partijen (verdachte en slachtoffer), maar in sommige gevallen zijn er geen slachtoffers. Dan wordt de procedure enkel voorgesteld aan de verdachte.
Met een overeenkomst tussen verdachte en slachtoffer wordt de materiële of morele schade geregeld. Daarnaast kan de procureur des Konings nog bijkomende maatregelen voorstellen aan de verdachte. Als er geen slachtoffer is, kan de procedure enkel uit maatregelen bestaan.
Als de verdachte de maatregel(en) heeft uitgevoerd en/of de bemiddelingsovereenkomst nakomt, wordt hij niet vervolgd en er komt geen vermelding op zijn strafblad. Als de verdachte zich hier niet aan houdt, stuurt de justitieassistent het dossier terug naar de procureur des Konings, die beslist of de verdachte vervolgd wordt.
Seponering
De procureur des Konings kan beslissen om het dossier zonder gevolg te klasseren (= seponeren) en dus niet tot vervolging over te gaan. Er kunnen verschillende redenen zijn om niet te vervolgen. Bijvoorbeeld wanneer er onvoldoende bewijzen zijn of als de dader niet geïdentificeerd kan worden. Ook als er voldoende bewijs is, kan het Openbaar Ministerie toch beslissen om niet te vervolgen. Bijvoorbeeld als er sprake is van een klein misdrijf of omdat de verdachte het slachtoffer heeft vergoed. Seponering is niet definitief. De zaak kan altijd nog door de parketmagistraat worden heropend als er nieuwe elementen zijn.
Instellen van een gerechtelijk onderzoek
De procureur des Konings kan aan de onderzoeksrechter vragen om een gerechtelijk onderzoek te voeren als er ingrijpende (onderzoeks)maatregelen nodig zijn, zoals een huiszoeking of voorlopige hechtenis.
Vervolging
Als de procureur des Konings meent dat zijn onderzoek voldoende bezwaren heeft opgeleverd, kan hij beslissen om de verdachte te vervolgen door de zaak voor de strafrechtbank te brengen.
Tijdelijk huisverbod (THV)
Het openbaar ministerie kan beslissen tot een tijdelijk huisverbod bij alle feiten of omstandigheden waarbij de aanwezigheid van een meerderjarige persoon in de verblijfplaats een ernstig en onmiddellijk gevaar oplevert voor de veiligheid van één of meerdere personen die dezelfde verblijfplaats betrekken. Deze afkoelingsperiode geeft de betrokkenen de mogelijkheid om na te denken over de situatie en de hulpverlening in te schakelen. Een tijdelijk huisverbod kan ook opgelegd worden wanneer er nog geen sprake is van een misdrijf. De procedure is niet gericht op bestraffing maar op het snel toeleiden en aanbieden van hulpverlening.
Het openbaar ministerie mandateert een justitieassistent. De rol van de justitieassistent is om enerzijds de uithuisgeplaatste bij te staan, te informeren en om van de afkoelingsperiode gebruik te maken om de omkadering op te zetten die hij/zij nodig heeft. Anderzijds onderneemt de justitieassistent de nodige stappen om ook de personen die op de te beschermen verblijfsplaats verblijven, te betrekken.
De procureur des Konings wordt geïnformeerd over de globale context, de interactie en verhouding tussen de betrokkenen en het potentiële risico op verder geweld en onveilige situaties. De justitieassistent van slachtofferonthaal kan de thuisblijver informeren over de juridische procedure en kan bijstand verlenen bij de zitting van de familierechtbank.
De maximumduur van de opgelegde maatregel bedraagt 14 dagen. De maatregel THV kan verlengd worden door de familierechtbank met ten hoogste 3 maanden, doch kan ook te allen tijde worden opgeheven door de procureurs des Konings.
De beslissing tot een tijdelijk huisverbod houdt in:
- Verplichting voor de uithuisgeplaatste om de gemeenschappelijke verblijfplaats onmiddellijk te verlaten.
- Verbod om die verblijfplaats te betreden, zich er op te houden of er aanwezig te zijn.
- Verbod om contact op te nemen met de personen die op de verblijfplaats wonen.
De overtreding van het tijdelijk huisverbod is wel een misdrijf dat strafbaar is met een gevangenisstraf van 8 dagen tot één jaar en/of een geldboete van 26 tot 100 euro.