Praten met media

Je bent slachtoffer van een ongeval, misdrijf of ramp. Kranten, radio of televisie berichten erover. Hoe ga je om met publieke aandacht? Wat heb je daarbij te winnen of te verliezen? Wat zijn je rechten en plichten? Hoe kan je ervoor zorgen dat de berichtgeving correct is en kan de pers je helpen?


Het recht om te zwijgen

Niemand is verplicht om de pers te woord te staan. Je hebt altijd het recht te zwijgen. Soms dringen journalisten aan. Weet dat hun noden  –  of die van hun lezers, kijkers of luisteraars – kunnen afwijken van jouw belangen. Durf nee zeggen als je niet wil praten met journalisten. En weet dat het soms moeilijk is om grenzen te trekken eens je begint te praten, zeker in moeilijke omstandigheden.

Goede redenen om te praten met de pers

  • Er zijn veel redenen om toch te praten met de pers. Je wil dat de feiten bekend worden en alle informatie die gegeven wordt juist is. Misschien wil je fouten rechtzetten. Je kan naar de pers stappen om anderen te waarschuwen of op te roepen om maatregelen te nemen.
  • Praten met journalisten kan op verschillende manieren. Telefonisch, face to face, door middel van een interview, een gewoon gesprek, via e-mail, op de radio, televisie, …
  • Elk kanaal heeft zijn voor- en nadelen. Een paar tips:
    • Blijf bij de zaak: zeg liever minder dan te veel. Dat journalisten over jouw zaak berichten is goed, maar het is niet fijn als er naast de berichtgeving over de feiten nog andere verhalen over je de ronde doen. Vermijd daarom te persoonlijke vragen. Begin ook nooit te praten over anderen.
    • Bereid je gesprek voor en denk goed na over wat je wil zeggen. De pers zoekt direct naar verhalen en straffe quotes. Je kan altijd vragen om later terug te bellen, zodat je tijd hebt om even na te denken. Je kiest zelf wat je zegt en wat niet.
    • Geschreven pers zoals kranten, magazines, … kan je vragen om het artikel na te lezen voor publicatie. Je kan dan vaak nog dingen corrigeren. Dat kan natuurlijk niet bij een live interview.
    • Je kan op eigen initiatief een persbericht versturen of een persconferentie organiseren. Zo kan je zelf bepalen welke informatie je vrijgeeft en welke niet.
    • Als je het moeilijk hebt, wil je misschien helemaal niet in de belangstelling staan. Je hebt mogelijk geen ervaring met de pers, of met spreken voor een publiek. Als je toch je verhaal wil brengen, kan je je steeds laten bijstaan. Professionelen kunnen je helpen, zoals mensen van Slachtofferhulp, maar ook mensen uit je omgeving kunnen misschien het woord voeren (je advocaat, iemand uit je familie, een vriend, …)

Je verhaal anoniem vertellen

Soms wil je je verhaal kwijt, maar wil je niet zelf in de belangstelling staan. Dan kan je vragen om anoniem te blijven. Gedrukte media kan je als voorwaarde stellen om je naam niet te vermelden. Op radio en tv zijn er verschillende manieren om je identiteit geheim te houden (donkere beelden, vervorming van je stem, …) Vraag ook dat je huis of interieur niet herkenbaar in beeld komt.

Journalisten willen graag zoveel mogelijk tonen. Je kan vragen om geen beelden te laten zien die voor jou erg emotioneel zijn. Weet wel dat de pers niet altijd op je vraag in zal gaan. Eens beelden werden opgenomen, kunnen ze later opnieuw worden gebruikt. Daarom is het goed je vraag schriftelijk te stellen en ook te herhalen indien zulke beelden toch gebruikt worden.

Kinderen en de media

Minderjarige slachtoffers zijn extra kwetsbaar. Je bespreekt best vooraf met kinderen/jongeren wat de voor- en nadelen zijn van praten met media. Ze kunnen vaak zelf niet inschatten wat ze wel en niet kunnen zeggen en wat de impact van hun getuigenis kan zijn. Ze hebben vaak grote verwachtingen van publicaties of uitzendingen en voelen zich miskend als berichtgeving niet correct gebeurt. Bereid hen dus steeds goed voor.

Zorg tijdens interviews dat er steeds een vertrouwenspersoon aanwezig is en maak duidelijke afspraken met media. Andere kinderen zullen het verhaal ook lezen/horen/zien, en gaan het kind misschien anders bekijken.

Kinderen bij wie een jeugdbeschermingsmaatregel loopt, mogen wettelijk niet met naam en toenaam vermeld worden in de media. Journalisten die dat toch doen, zijn strafbaar.

Info op sociale media

Informatie die wordt gedeeld op sociale media is moeilijk af te schermen van de pers. Foto’s en openbare info worden vaak zonder expliciete toestemming gebruikt. De Raad voor de Journalistiek stelde in 2012 een richtlijn op over het gebruik van informatie en beeldmateriaal van sociale media, maar die wordt niet door alle journalisten gevolgd.

Op Facebook kan je pagina’s verwijderen, of je kan herdenkingspagina’s maken. Op die manier wordt informatie minder toegankelijk, maar kunnen anderen toch nog dingen posten.

Het recht om vergeten te worden

Elke Europeaan heeft ‘vergeetrecht’, the right to be forgotten. Dat betekent dat je het recht hebt om te eisen dat (online) persoonsgegevens worden verwijderd uit zoekrobots zoals Google, zodat bepaalde zoekresultaten niet langer aan jou gelinkt worden. Zowel slachtoffers als daders (en andere Europese burgers) kunnen zich beroepen op vergeetrecht.

Klacht indienen tegen de pers

Als feiten verkeerd worden weergegeven of je dingen in de mond worden gelegd die je nooit hebt gezegd, kan je dat melden. Spreek eerst met de betrokken reporter en vraag om een rechtzetting. Als dat niet lukt, schrijf dan een (aangetekende) brief aan de hoofdredactie. Indien je er samen niet uit komt, kan je naar de Raad voor de Journalistiek stappen.

Als je ernstige schade hebt geleden, kan je aan de rechter een rechtzetting en/of compensatie vragen. Laat je bijstaan door een advocaat.